Dat ene plekje kan dat weg
Ik maak veel portretten. Daarbij krijg ik soms verzoekjes om iets te ‘ fotoshoppen’. Meestal is het iets kleins.
Veel kan ik ‘verbeteren’. Maar is dat wel handig? Ik denk dat je ‘echt’ beter volhoudt. Het wekt geen vertrouwen als je op een foto er anders uit ziet dan in het echt of als op een andere foto. En ik vind gladgestreken gezichten minder geloofwaardig. Liever een echt authentiek gezicht.
Ik belicht graag met ‘zacht’ licht om onregelmatigheden niet te benadrukken. En om de portretten te laten communiceren. Dan is alles wat van ogen en mond afleidt, jammer.
Tijdelijke plekjes die opvallen werk ik weg. Doe dat niet zelf met make-up. Plekjes worden daardoor groter en dus moeilijker voor mij om te corrigeren. Ik verzacht regelmatig een beetje afleidende rimpels, wallen onder de ogen, en verkleuringen soms een beetje. Als je voor en na vergelijkt en je weet het dan zie je het. Waar ik ook voor zorg is dat de ogen en mond voldoende licht krijgen. Zo krijgt je foto ook meer aandacht.
Iedereen heeft z’n eigen huid kleur en huid kwaliteiten. Op foto lijkt de huid vaak roder. Dat controleer ik en kan ik een beetje corrigeren. Ook zijn er regelmatig glimmers. Dat is natuurlijk maar een beetje minder is aantrekkelijker.
Met verschillende kleine aanpassingen zorg ik dat je mooi je zelf op de foto staat.